Dekra: incompetente schaderegeling
Geachte mevrouw B. (Teamleider Dekra),
Ik refereer aan uw e-mail van 7 november 2016 die naar mijn mening een zeer verlate reactie is op mijn schrijven van 19 oktober 2016.
In de bespreking van 09 september 2016 is door uw schaderegelaar in aanwezigheid van 3 juridisch bekwame getuigen een spoed voorschot toegezegd van € 2.500. Pacta sunt servanda! Duidelijk was ook voor haar dat er een spoedeisend financieel belang was alhoewel ik geprotesteerd heb tegen dit bedrag omdat dit volstrekt te laag was. Ziet u in dit verband mijn uitvoerig rapport van 19 oktober 2016. Ik noteer de datum van heden, te weten 15 november 2016 en nog steeds is het toegezegde voorschot niet overgemaakt!
Tegen de gang van zaken hoe Dekra deze zaak behandelt – het stilzitten van de dossierbehandelaar heer M. + het optreden van de schaderegelaar mevrouw R. – heb ik op 19 oktober 2016 al een directieklacht bij Dekra ingediend. Mijn aanzegging per genoemde datum aan uw directie dat er binnen 5 werkdagen een voorschot dient te komen van € 32.500 + betaalbaarstelling van mijn declaratie volgt kennelijk een zelfde weg vide het “meer dan trage werktempo” van de dossierbehandelaar de heer M. die wederom (!) al maanden niets van zich laat horen. Kan er een adequate vervanger op deze zaak worden gezet?
Wilt u nu ik de dagvaarding aan het opstellen ben mij vandaag bevestigen dat u rechtens volgens het Nederlands Bureau Motorrijtuigen de vertegenwoordiger bent van Greenval Ins. te Ierland? Volgens de website van het Nederlands Bureau Motorrijtuigen zou Dekra dat zijn. Ik kan dan in plaats van de dagvaarding aan de verzekerde of de bestuurder aan u laten betekenen.
Over de gehele gang van zaken heb ik ook in deze zaak waarin Dekra is betrokken geen goed woord over en wat mij zorgen baart is dat mijn cliënt in ernstige financiële moeilijkheden verkeert en waarschijnlijk tot verkoop van goederen en huis moeten overgaan, nu bevoorschotting op zijn verlies van arbeidsvermogen vanaf januari 2016 tot heden volstrekt achterwege blijft.
Analoog aan het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 18 oktober 2016 (ECLI:NL:RBROT:2016:8088) is hieroverduidelijk een conditio sine qua non verband enkomen derhalve ook alle kosten voortvloeiende uit de gedwongen verkoop voor rekening van de aansprakelijke partij.
Johannes de Bruin/ClaimZorg
« « Vorige bericht: De Gedragscode Behandeling Letselschade: een juridisch dood document | Volgende bericht: Rapport schaderegelaar verzekeraar juridisch niet bindend » »