De dwalende Orde van Advocaten Amsterdam

Vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaten en de cliënt is belangrijk, maar niet absoluut

En het gaat verder. Want de Orde had ook een eigen vordering ingesteld. Ze eiste afgifte van het bronmateriaal, de tapes zelf. De jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is glashelder: dit valt onder de bronbe-scherming. Maar ook de bronbescherming schoof de Orde opzij, want „de Deken is bevoegd om van ‘een ieder’ deze afgifte te verlangen”. En dat kan prima zonder de bron prijs te geven, aldus de Orde. Uiteindelijk heeft de Orde deze vordering trouwens ingetrokken.

Kort door de bocht

Volgens de Orde „vindt de persvrijheid zijn beperking daar waar de geheim-houdingsplicht begint”. Uiteraard is vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaten en de cliënt van groot belang in een rechtsstaat. Maar het is niet absoluut. Geen enkel grondrecht is absoluut. Dat is basaal constitutioneel recht. Als grondrechten botsen, worden ze tegen elkaar afgewogen. De stelling van de Orde is veel te kort door de bocht. Dat blijkt ook wel uit de uitspraak van het Hof, dat de persvrijheid en het recht en van het publiek om geïnformeerd te worden zwaarder vond wegen.

Het is merkwaardig dat de Amsterdamse Orde van Advocaten de fundamenten van de rechtsstaat zo met de voeten treedt. De Orde had haar zorgen ook anders over het voetlicht kunnen brengen. Bijvoorbeeld door een verklaring af te geven die De Vries dan in de procedure kon gebruiken. Het past de toezichthouder van de Amsterdamse advocatuur naar onze mening niet om de persvrijheid met gestrekt been aan te vallen, zonder valide reden. De Orde heeft de bescherming van de rechten en vrijheden van de burger notabene als speerpunt.

« « Vorige bericht:  Wie bewaakt de medisch adviseur (het juvenalis dilemma) | Volgende bericht:  Veel arbeidsongevallen bij Politie, Brandweer en Conducteurs » »